Huch - (Ricarda), bekende Duitsche schrijfster, geb. in 1864, promoveerde in 1891 te Zürich tot doctor in de philosophie en woonde o. a. eenige jaren te Triest,waar vele harer novellen spelen. Zij is door haar mooie lyriek : Gedichte (1894) en Neue Gedichte (1907) een der grootste dichteressen van dezen tijd ; voorname schoonheid, muzikale rhythmen, gloeiende kleuren en klanken, uitgezochte woorden en wendingen en symboliseering van het alledaagsche kenmerken haar poëzie. Deze groote lyr. gave treedt in hare romans wel eens te veel op den voorgrond ; toch hebben ook deze, evenals hare novellen, groote letterk. waarde.
De belangrijkste ervan zijn : Erinnerungen von Ludolf Ursleu dem Jüngeren (1893), Der Mondreigen von Schlaraffis (1896), Aus der Triumphgasse (1901), Vita somnium breve (1902) en Die Verteidigung Roms (1906). Het drama Evoe ! (1892) bezit meer lyr. schoonheid dan dram. kracht; dichterlijke schoonheid hebben ook de wetenschappelijke werken: Blütezeit der Romantik (1899), Ausbreüung und Verfall der Romantik (1902), Der grosze Krieg in Deutschland (3 dln. 1912—13), enz.