Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Horzels

betekenis & definitie

Horzels - Oestridae, een familie der Tweevleugelige insecten, en wel behoorende tot de vliegen; vrij groote dieren, zwak' tot sterk behaard. De monddeelen zijn gereduceerd en functionneeren niet meer. De larven leven parasietisch in zoogdieren en wel óf in maag en darmkanaal (paardenhorzel), óf in de huid (runderhorzel) óf in de neusholte (schapenhorzel); zij voeden zich met de vochten, die zij ter plaatse aan hare gastheeren onttrekken (lymphe, bloed, slijm). Zijn zij volwassen, dan verlaten zij hare gastheeren en verpoppen zij op of in den grond; in den nazomer komen de h. uit de poppen en infecteeren zij paarden, runderen of schapen in de open lucht, nooit in stallen.

< >