Hoogte-parallel - (sterrekunde). Op bekenden Greenwichtijd T is steeds de plaats P aan te geven, die een zeker hemellicht, b.v. de zon, in het Zenith ziet. De plaatsen die dit hemellicht op den Zenithsafstand ꝣ zien, liggen op een lijn, welke op een bolvormige aarde verkregen zou worden, door uit P met sferischen straal ꝣ op den aardbol een cirkel (h.p. of cirkel van Sumner) te beschrijven. In de praktijk wordt een klein deel dezer lijn op een kaart geconstrueerd, door met een gegiste breedte ዋ uit ꝣ den plaatselijken tijd en daaruit met behulp van T de lengte 1 te berekenen en deze berekening voor een tweede waarde ዋ2 te herhalen. De verbindingslijn der punten ω1ဎ1 en ω2 ዋ2 de hoogtelijn, is een klein deel van de h.p. Wordt met een tweede hemellicht de waarneming herhaald, dan ontstaat een tweede hoogtelijn: het snijpunt der beide geeft de plaats van waarneming.
Op zee wordt de tweede waarneming vaak eenige uren na T wederom op de zon gedaan: nu moet natuurlijk in rekening worden gebracht, hoe de plaats van het schip inmiddels is veranderd. De Amerikaansche zeevaarder Sumner vestigde in 1843 het eerst de aandacht op de h.p. Vóór dien tijd werd b.v. een om 8 uur ’s morgens verrichte zonswaarneming voor het bestek alleen dan gebruikt, als er om 12 uur een breedtebepaling (op de zon in den meridiaan) volgde. Sumner liet zien, dat de eerste waarneming op zichzelve al yan groote waarde is: inderdaad stelt reeds één hoogtelijn in staat, koers naar het doel der reis te zetten.