Honduras (britsch-) - of Belize, Britsche kroonkolonie in Midden-Amerika, aan de kust der Caribische Zee, 22.270 K.M.2 groot, maar met niet meer dan 41.500 inw., zoodat de dichtheid van bevolking nog geen 2 per K.M.2 bedraagt. De Noordelijke helft van H. is een vlak laagland, dat talrijke zout- en zoetwaterplassen bevat. De Z. helft des lands is, met uitzondering eener smalle kustvlakte, bergachtig ; men vindt hier de Coxcombbergen, die in den 1128 M. hoogen Victoriapiek culmineeren. Het klimaat is warm, doch door de N.O.-passaat verzacht; de gemiddelde jaartemp. bedraagt te Belize 26.2° C., de regenval 1986 m.M. per jaar.
Deze is in het N. geringer, in het Z. grooter, te Punta Gorda zelfs 4670 m.M. Langs de lagunekust gedijen kokospalmen. Vóór de kust liggen koraalriffen en -eilanden. Het binnenland is voor een goed deel met oerwouden bedekt; de zandige streken hebben weilanden, met geïsoleerde kleine bosschen van waaierpalmen en denneboomen. De bevolking bestaat meest uit Negers en personen van gemengd ras, die veel misbruik maken van sterken drank; het aantal zuivere Indianen is er gering. Men vindt ook hier beeldhouw- en bouwkunstige overblijfselen der oude Maya-volken. Het aantal Blanken is gering (500). Opvallend is hier het groot aantal onwettige kinderen, dat 38 % van de totale geboorten bedraagt. Behalve Engelsch wordt er nog veel Spaansch gesproken.
Br. H. is een der onbeduidendste gedeelten van MiddenAmerika, verwaarloosd door het moederland, dat zelfs niet zorgde voor een goede directe of indirecte verbinding met de kolonie. De hoofdrijkdom wordtgevormd door de oerwouden, die kostbare houtsoorten leveren, o. a. mahonie-, ceder- en blauwhout ter waarde van ongeveer 3 millioen gulden. Het klimaat maakt dat de boomen alleen ’s nachts worden gehakt en weggesleept, hetgeen een zeer fantastisch schouwspel oplevert. De bosschen leveren verder caoutchouc en voor niet minder dan ruim 24 millioen gulden aan kauwgummi. De laatste jaren is men zich eenigszins gaan toeleggen op den aanplant van suikerriet en kokospalmen, bananen, cacao e. a. tropische gewassen. Van eenig belang is ook de vangst van schildpadden. In 1914 had de totale export een waarde van 74 millioen gulden.
Voornaamste haven is de hoofdstad Belize met 10.400 inw., die door een korten spoorweg met het binnenland is verbonden. In het N. ligt de 2e stad Corosal met niet meer dan 5000 inw. In 1638 vestigden zich in deze streken houthakkers, die van Jamaica aangelokt werden door den houtrijkdom. Een poging der Spanjaarden, hen te verjagen, mislukte. De slag van St. George’s Bay (1798) op den 10en September wordt nog steeds als nationale feestdag gevierd.
Na veel grensgeschillen met de Midden-Amerikaansche republieken en diplomatieke protesten der Ver. Staten kwam men in 1859 tot een vergelijk, nadat intusschen de nederzetting bij parlementsacte van 17 Sept. 1853 tot een kolonie was verklaard. Sinds 1884 staat deze kolonie onder een gouverneur, benoemd door de Eng. Kroon en bijgestaan door een uitvoerenden raad van 6 en een wetgevende van 12 leden.— Litteratuur: Bristowe en Wright, Handbook of British H. (Edinburg 1892); E. Swayne, British H. (The Geogr. Journal, Sept. 1917).