Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hondsbossche

betekenis & definitie

Hondsbossche - zeewering in N.-Holl. tusschen Petten en Kamp, heeft het vroegere smalle duin vervangen, dat sedert den St. Elisabethsvloed in 1421 aanhoudend doorgebroken, afgenomen en naar binnen gewaaid was. Zij is genoemd naar het in 1421 verzwolgen Zuidelijke dorp Petten, dat ook Hondbosch heette. De tegenwoordige H. is van pl.m. 1780.

De dijk strekt zich over een lengte van 4600 M. ten N. van Kamperduin uit. De hoogte is 7.68 M. + A. P. De buitenhelling is van een bazaltglooiing en palenrijen voorzien en wordt beschermd door voorliggende hoofden. Achter den dijk (den Wakerdijk) liggen 3 slaperdijken :

1.De Schoorlsche Zeedijk, die van den Wakerdijk uitgaande eindigt bij het Noord-Holl. Kanaal. 2. De Droomer in den hoek tusschen den Wakerdijk en den Schoorlschen Zeedijk en 3. de Slaperdijk van den Schoorlschen Zeedijk gaande tot ten O. van Kamp. Van deze dijken is ’t beheer en onderhoud in handen van het Hoogheemraadschap van den Hondsbossche en Duinen tot Petten. Het bestaat uit het dagelijksch bestuur van Dijkgraaf en Hoogheemraden en de Algem. Vergadering van Hoofdingelanden. De Hoogheemraden en Hoofdingelanden zijn de vertegenwoordigers van de onderhoudsplichtige deelen van N.-Holl., n.l. de landen ten N. van het vroegere IJ, uitgezonderd de meeste droogmakerijen. Daartoe is het Noorderkwartier verdeeld in 6 kavels : Duinkavel, Vier Noorderkoggen, Geestmerambacht, Schager- en Niedorperkoggen, Drechterland en \Vaterland.

< >