Hondecoeter - schildersfamilie, waartoe behooren :
1) Gillis Claess d’ Hondecoeter, geb. te Antwerpen (?), gest. te Amsterdam 1638, afkomstig uit een Brabantsch geslacht, dat om der wille van het geloof naar Holland was uitgeweken. Landschapschilder. Hij woonde eerst te Delft en te Utrecht, later te Amsterdam. Zijn landschappen zijn nog geheel in den trant der Zuidnederlandsche manieristen, als Roelant Saverij, David Vinckboons, welke beide schilders ook naar Holland kwamen.
2) Gijsbert Gillisz, zoon van den vorige; geb. te Antwerpen (of Utrecht) 1604, gest. te Utrecht 1653. Landschapschilder, leerling van zijn vader. Ook hij zet de traditie van zijn vader voort en schildert landschappen en gevogelte in den trant van Roelant Saverij. Gesigneerde en gedateerde werken komen voor in de musea te Amsterdam, Karlsruhe, Rotterdam en Utrecht.
3) Melchior, zoon van Gijsbert, geb. te Utrecht 1636, gest. te Amsterdam 1695. Schilder van landschappen met gevogelte en stillevens van hetzelfde karakter. Leerling van zijn vader en van zijn Oom Jan Baptista Weenix. Van 1659—1663 leefde hij in Den Haag, daarna te Amsterdam. Hij is verreweg de meest begaafde van de geheele familie. Zijn stillevens van wild en gevogelte overtreffen alle tot dusver gemaakte dergelijke kunstwerken.
Hij weet aan zijn composities een geheel nieuw aspect te geven door zijn buitengewone technische bekwaamheid, zijn goeden smaak en het naturalisme, dat plastisch en vrij aandoet in vergelijking met de wat prent- en silhouetachtige prestaties zijner voorgangers. Om zijn voortreffelijke dierschilderingen, vooral vogels, kreeg hij den bijnaam den „VogelRafael”. Navolgers van zijn kunst zijn Adriaen en Jan van Olen, Jacomo Victors en voornl. Aert Schouman te Dordrecht. — Litt.: Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon.