Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Homines intelligentiae

betekenis & definitie

Homines intelligentiae - (Lat.), eigenlijk menschen van verstand, waren leden eener dweepzieke sekte, behoorende tot de sekte van den Vrijen Geest, een voortzetting der sekte van Amabrich van Bena (13de eeuw), die krachtig was blijven voortbestaan en tot diep in de 15de eeuw bestond. Vluchtelingen uit NoordDuitschland vestigden zich in Rijnland en in Nederland zoo talrijk, dat paus en keizer in 1373 strenge maatregelen tegen hen namen. In 1411 werd te Brussel een vervolging ingesteld tegen de vele en woelige aanhangers der leeringen van een zekere Bloemardine, zoodat de beide hoofden dezer sekte: Aegidus Cantor en Willem van Hildernissem door het kettergericht werden veroordeeld tot herroeping hunner dwalingen en tot boetedoening.

In Noord-Nederland was deze sekte sterk doorgedrongen en had in de 14de eeuw vele aanhangers, met name in Gouda, onder de monniken v. h. Augustijner klooster te Dordrecht, in Kampen, Zwolle en Woudrichem, waar broeder Bartholomeus uit het Dordtsche klooster vele aanhangers won. Met groote gestrengheid trad o.a. Gerrit Groot tegen dit kwaad op, zoodat Bartholomeus werd veroordeeld tot het ketterwerk op zijn kleeding omstreeks 1380 door het geestelijk gericht te Utrecht.

< >