Holtrop - (Johannes Willem), Nederl. bibliograaf en bibliothecaris, geb. 1806 te Amsterdam, overl. in Den Haag 1870, studeerde aan het Amsterdamsch Athenaeum in letteren en rechten, kreeg na voltooiing zijner studie in 1829 een aanstelling bij de Kon. Bibliotheek te ’s-Gravenhage, was van 1831—35 onderbibliothecaris en van 1835—68 bibliothecaris daarvan; van 1844—63 was hij tevens mederedacteur van het „Dagblad van ’s-Gravenhage”, sedert ’49 tot zijn dood bestuurder van het Museum Meermanno-Westreenianum (een rijke verzameling H.S.S., en penningen op ’t Voorhout). Hij ordende en rangschikte niet alleen op de Kon. Bibliotheek de oude H.S.S., de incunabelen van den vroegsten tijd tot 1540, de merkwaardige drukken der Giunta’s, Elseviers, e. a., maar werd ook belast met het catalogiseeren van de boeken van Willem I en Willem III en door den laatste geroepen, om met van Lennep, Schimmel, e. a. (1861) het nationaal tooneel op te heffen.
Hij was lid van tal van binnen- en buitenlandsche genootschappen voor oudheid, letteren en kunst. Het belangrijkste werk van H. is Monuments lypographiques des Pays-Bas au 15me siècle. Collection de fac-simile d'après les originaux conservés ä la Bibliothèque Royale de la Haye et ailleurs (1867—68), een werk van nauwgezet wetenschappelijken arbeid met zijn 130 platen, fac-simile’s en kaart, zooals in geen letterkunde te vinden was.