Hölderlin - (Joh. Christian Friedrich), Duitsch dichter, geb. in 1770, krankzinnig geworden in 1802 en gest. in 1843. Hij schreef prachtige liederen, hymnen en oden in classieke versmaten en in vrije rhythmen, een zeer persoonlijken roman Hyperion (1797—99) en een fragment van een drama Empedokles (1799), die evenwel beide alleen lyr. schoonheid bezitten. Zijn lyriek is verheven en zwaarmoedig, gedrenkt met H.’s verlangen naar de ideale verbinding van schoonheid, kunst en een gelouterde menschheid, die hij in het antieke Griekenland belichaamd zag en met de teleurstelling, die hij over de werkelijke wereld ondervond.
H. putte zijn gedachten en beelden niet uit aanschouwing van het bestaande, maar uit zijn eigen innerlijk leven, waardoor zijn poëzie hier en daar te abstrakt en eenzijdig en te weinig plastisch is. Toch behooren eenige zijner gedichten, zooals : Das Schicksal (1793), Schicksalslied (uit Hyperion), An die Pareen (1798), An die Natur en eenige der oden aan Diotima: Abbitte en Der Abschied door hun rijkdom aan verheven gedachten en hun schoonheid van taal en vorm tot de edelste voortbrengselen der Duitsche bespiegelende lyriek.