Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Himjariten

betekenis & definitie

Himjariten - (Himjaren; bij de Grieksche schrijvers Homeritae genoemd), naam van een volksstam in Zuidwestelijk Arabië (Jemen), die vermoedelijk in de 2de eeuw v. Chr. de opperheerschappij in dit deel van Arabië verwierf, die vroeger aan de Sabeërs behoorde. Hun rijk bestond tot aan het begin der 6de eeuw, toen het door de Ethiopische koningen van Axum vernietigd werd. Omstreeks 570 riepen de Himjaren de hulp der Perzen in, die daarop het land beheerschten, totdat de prediking van den Islam het tot een deel van het rijk van Mohammed en der khaliefen maakte. Daarna verdwijnt de naam uit de geschiedenis.

De Himjaritische vorsten hebben ons monumenten met inscriptiën nagelaten in een eigenaardig schrift (door de Arabieren Mosnad genoemd), dat het naast verwant is aan het Ethiopische. In hoofdzaak geldt dit ook van de taal zelve, hoewel het Himjaritisch, evenals het Sabeesch, desniettemin toch als een Arabisch dialect moet beschouwd worden. De inscriptiën dateeren van ongeveer 700 v. C. tot 650 n. C., zoodat de eigenlijk Himjaritische daarvan slechts een deel uitmaken. Bepaaldelijk behooren deze tot de groep der Sabeesche inschriften, die men moet onderscheiden van de Mineesche. Bijzonder verdienstelijk hebben zich, ten opzichte van het opsporen van oudheden en inscripties, Arnaud, S. Langer, Rödiger, D. H. Muller, J. H. Mordtmann, Prae torius en vooral J. Halóvy en Eduard Glaser gemaakt. Litteratuur: F. Hommel, Südarab. Chrestomathie; O. Weber, Studiën zur Südarab. Altertumsk. (beide met uitvoerige bibliographie).

< >