Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Heyden

betekenis & definitie

Heyden - (Karel van der), Nederl. generaal, geboren 1826 te Batavia, overl. te Bronbeek 1900, ging op een Arnhemsch instituut school, trad in 1841 als vrijwilliger in dienst, trok naar Indië, waar hij bij de infanterie vlug door de verschillende rangen opklom tot luitenantgeneraal (1880). Bekend werd hij vooral door de Atjehsche expedities, waaraan hij in 1874 en ’76 deelnam en sinds ’77 als gouverneur en militair bevelhebber leiding gaf. Bij de expeditie naar Samalanga (Noordkust van Atjeh) verloor hij zijn linkeroog.

Toen hij Groot-Atjeh in 1881 verliet, scheen het vijandelijk verzet voor een goed deel gebroken. Het volgende jaar keerde hij gepensionneerd naar het Vaderland terug en aanvaardde op aandrang van Willem III in 1887 de betrekking van Commandant van het Koloniale Invalidenhuis te Bronbeek. In 1878 werd hij van Ridder der M. W. O. (sinds 1850) verheven tot Commandeur dier Orde.

< >