Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hexameter

betekenis & definitie

Hexameter - (Gr.), zesvoetig vers, waarvan iedere voet bestaat uit een dactylus en de zesde met een lettergreep verkort, dus een trochaeus of spondeus is ; de eerste vier voeten mogen vervangen worden door spondeën, de vijfde voet is slechts bij uitzondering een spondeus. De h. is door de Grieken uitgevonden en wordt, omdat hij het eerst in het epos gebruikt werd, ook heroïsch of episch vers genoemd. De h. werd door Grieken en Romeinen op velerlei wijze gebezigd, vooral voor epische of verhalende gedichten, leerdichten en satiren, met het vijfvoetige vers (pentameter) verbonden voor elegieën, met andere metra voor allerlei lyrische gedichten. Hij ging ook in de Latijnsche poëzie der Middeleeuwen over, doch kreeg hier een bijzonderen vorm, wijl het eind van het vers rijmen moest met de vrouwelijke hoofdcaesuur (de z.g. Leonijnsche h.). Ook in de moderne talen heeft men den h. trachten in te voeren.

Reeds in de 16de eeuw trad Annibale Caro met Italiaansche, Baïf met Fransche hexameters op, doch zonder bijval; niet gelukkiger was de Engelschman Abr. Fraunce, die omstreeks 1670 Heliodorus’ Aethiopica in Engelsche hexameters vertolkte, noch de Zweed Stjernhelm, omstreeks denzelfden tijd, en zijn landgenoot Adlerbeth. In Duitschland werd de eigenlijke h. voor ’t eerst gebruikt door Klopstock (in zijn Messias, 1748), die weldra navolging vond, zooals (vooral) in J. H. Voss, Göthe, Schiller, A. W. Schlegel, Platen en tal van anderen. Ook in Nederland is de h. herhaaldelijk gebezigd; wij noemen van de grootere werken hier alleen de Homerusvertalling van C. Vosmaer (waarvan Busken Huet spreekt als van een „onnatuurlijke Hollandsche versmaat”). Doch de h. belooft in geen der levende talen ooit populair te zullen worden, daar het moderne epos de strofe en het rijm eischt, en de rhythmische kleur van den h. ook in andere versmaten met evenveel succes verkregen kan worden.

< >