Hengelo - gem. in de prov. Overijsel, sterk vooruitgaand textiel- en spoorwegcentrum. In 1796 nog een dorpje met 678 inw., telde het in 1830 er 3000, in 1880 6500, 1909 20.000 en in 1915 23.200 inw.
In 1814 waren er drie bontweverijen met 400 arbeiders ; in 1861 de eerste stoomweverij ; sinds 1868 een zich voortdurend sterk ontwikkelende metaalnijverheid. In de bekende machinefabrieken der Heeren Stork en Co. werken nu 1500 arbeiders ; daarnaast 1 spinnerij, 4 bontweverijen ; 1 wolweverij ; 1 trijpweverij ; een groote koperfabriek en het „Twentsch centraal station voor Electrische stroomlevering” (opgericht in 1900) ; H. telt totaal ± 6200 fabrieksarbeiders (1 Jan. 1915).