Heinze (gustav adolf) - geb. 1820 te Leipzig, overl. 1904 te Muiderberg, was aanvankelijk clarinettist (Gewandhaus te Leipzig), daarna opera-kapelmeester te Breslau. H. kwam in 1850 naar Amsterdam, als dirigent van de toenmalige Duitsche opera, en werd achtereenvolgens benoemd tot leider van de liedertafel „Euterpe”, de Vincentius-concerten, de Zangvereeniging „Excelsior”. H. heeft veel gecomponeerd, maar zijn muziek, aarts-conventioneel, slap van inhoud en zwak van vorm, is volkomen waardeloos.
Zijn grootste beteekenis vindt H. daarin, dat hij — met Hol en Nicolai — de Nederl. Toonkunstenaars Vereeniging oprichtte.