Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Heinsius (daniël)

betekenis & definitie

Heinsius (daniël) - Nederl. letterkundige, geb. in 1581 te Gent, werd op 22-jarigen leeftijd buitengewoon hoogleeraar te Leiden, had als filosoof grooten invloed in ons land en daarbuiten. Uitgever van talrijke Gr. en Lat. schrijvers: Hesiodus 1603, Grieksche bucolici met scholien, Maximus Tyrius, Aristoteles Poet. 1610 en Polit. 1621, Clemens Alexandr. 1616, Paroemiographi 1619; Silius Italicus 1600, Horatius 1610, Seneca 1611, Terentius 1616, Ovidius 1629 (zijn beste werk), Livius 1634, Vergilius 1636. Casaubonus noemde hem een „Parvus Scaliger”. (Zie L. Müller, Gesch. d. kl. Phil. i. d. Niederl. p. 38 vlg. en Sandys, A history of class.

Scholarship II p. 313 vlg. m. portret.) Als Latijnsch dichter gaf hij vele gedichten en een tweetal treurspelen : Auriacus Sire libertas saucia (1602, door Duym in het Hollandsch vertaald) en Herodes infanticida (1632). Hij is de eerste, die oorspronkelijk Nederlandsche emblemata schreef ; grootere dichtwerken van zijn hand zijn: Hymnus oft Lof-sank van Bacchus (1614) en Lof-sanck van Jesus Christus (1616), waarin vrij wat zwaar te verteren mythologie zit. Het eerste werd in 1621 door Opitz in het Duitsch vertaald. Een verzamelde uitgave zijner Gedichten verscheen in 1738. Hij overleed in 1658.

< >