Heide-Maatschappij (nederlandsche) - werd opgericht 5 Jan. 1888. Volgens de herhaaldelijk gewijzigde statuten stelt zij zich ten doel in Nederland te bevorderen:
1) Het ontginnen van woeste gronden, 2) het in stand houden van bosschen en beplantingen, 3) het aanleggen en onderhouden van bevloeiïngs- en grondverbeteringswerken, 4) de ontwikkeling en de verbetering van de zoetwatervisscherij.
Zij tracht dit doel te bereiken door:
a. het geven van adviezen, het verstrekken van inlichtingen, het opmaken van plannen, begrootingen, enz., b. het uitvoeren en in stand houden van ontginningen, bebosschingen, beplantingen, bevloeiïngs- en grondverbeteringswerken, voor rekening van anderen, c. het uitleenen van hier te lande niet of weinig bekende aanbevelingswaardige gereedschappen, d. het verstrekken van zaden, werktuigen ten behoeve van de leden, e. het aanleggen en in stand houden van vischvijvers, het verbeteren van den vischstand en het verstrekken van pootvisch, f. het bevorderen van den afzet van producten, g. het opleiden van deskundig personeel, h. het uitgeven van gewone en buitengewone drukwerken, i. het inrichten en in stand houden van een bibliotheek en een museum, j. het houden van voordrachten, k. het instellen van onderzoekingen naar de gesteldheid van woeste gronden en de vischwateren in Nederland.
De zetel der Maatschappij is sedert 1913 gevestigd te Arnhem, alwaar zij in dat jaar haar eigen gebouw betrok. Volgens het jaarverslag over 1918 bedroeg het personeel, te Arnhem gestationeerd, 106 ambtenaren en beambten, elders gestationeerd 95 ambtenaren, benevens één bedrijfsboer, 91 voorwerkers, 16 leerling-voorwerkers, 17 ploegers en 4 leerling-ploegers. Op 1 Juni 1919 telde de Maatschappij 241 begunstigers en 6526 leden. De Hoofdafdeeling Zoetwatervisscherij telde op dien datum 6 begunstigers en 5150 gewone leden.
