Heiberg (johan ludvig) - Deensch schrijver, geb. 1771 te Kopenhagen, overl. 1860 bij Ringsted, werd in een zeer kunstzinnige omgeving opgevoed, studeerde te Kopenhagen, maakte een studiereis naar Frankrijk, was een tijdlang lector in de Deensche taal en letterkunde te Kiel en was van 1849—56 de leider van het Nationale theater te Kopenhagen. H.’s eerste stukken zijn een navolging van Calderons werken ; later werd hij een overtuigd aanhanger van Hegels philosophie en steunde hij bij zijn kritieken op diens aesthetiek. H. is vooral bekend als schrijver van talrijke vaudevilles, hij wilde de menschen weer smaak leeren krijgen in het blijspel en verdedigde de vaudeville in een afzonderlijke verhandeling Om Vaudevillen som dramatisk Digtart og dens Betydning paa den danske Skueplads (1826, over de v. als dramatische dichtsoort en haar beteekenis op het D. tooneel). Zijn voornaamste stukken zijn: Recensenten og Dyret (1825, de recensent en het dier), met talrijke toespelingen op tijdgenooten;
Et Eventyr i Rosenborghave (1827, een avontuur in den R. tuin); De Uadskillige (1827, de onafscheidelijken), een persiflage op de langdurige Deensche verlovingen; Nej (1836, neen); de romantische tooneelstukken Elverhöj (1828, elvenheuvel), een nu nog zeer populair werk; Alferne (1835, de alven), Nye Digte (1841), waarin En sjöl efter Daeden (een ziel na den dood); hier toont H. aan, dat het leven zonder hooger gedachten hier op aarde, dat de groote menigte leeft, de hel is. — H. stichtte in 1825 het tijdschrift „Kjøbenhavns flyvende”.