Hefkoepel - kleine pantserkoepel voor mitrailleurs of licht snelvuurgeschut van 5,3 tot 7,5 c.M., welke zoodanig is geconstrueerd, dat de pantsering en de daarbuiten uitstekende vuurmond zich alleen gedurende het richten en vuren boven de omringende, dekkende massa van gewapend cementbeton met daarlangs geplaatst hardgegoten ijzeren voorpantser verheffen en overigens daarbinnen wegduiken. Het beweegbare pantser bestaat uit een licht gewelfd dekpantser en een hieraan bevestigd ringpantser, waarin het schietgat is uitgesneden. Het heffen van den koepel geschiedt met behulp van een hefboom met tegenwicht, welke aan de hefspil verbonden is ; de hefboom wordt bewogen door middel van een daaraan scharnierend bevestigd beugelijzer, dat door een windwerk op en neer wordt bewogen.
Het draaien van den koepel geschiedt met behulp van een handrad, werkend op een stel rondsels, welke aan een vertikale stang zijn bevestigd, terwijl de tanden van een dezer rondsels in een vast, getand rad grijpen, dat om de hefspil is bevestigd. Na het heffen van den koepel wordt de naar buiten geschoven vuurmond langs automatischen weg met twee grendels vastgezet door het omkleppen van een bankje, waarop de kanonnier zit. Voor de bediening zijn twee man noodig, waarvan één laadt, richt en vuurt, terwijl de andere de munitie aanreikt en zoo noodig den koepel doet duiken.