Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Heemskinderen

betekenis & definitie

Heemskinderen - (De vier). Deze naam wordt gegeven aan de vier legendarische ridders, wier heldendaden en avonturen het onderwerp uitmaken van vele Middeleeuwsche Frankische romans, liederen, enz. Hun vader was een zekere Haymyn, die door Karel den Grooten werd aangewezen als heerscher over het Frankische gewest, waarvan Albi de hoofdstad was. Hij en zijn vier zoons, Reinoud, Adelaert, Ritsaert en Writsaert, worden afgezonden om een wederspannigen oom tot onderwerping te brengen, echter toegeeflijk te behandelen.

Ganelon, mede afgezonden, doodt hem en daarom begeven zich de vier broeders naar Karel om een strenge straf voor Ganelon te eischen. Als deze eisch wordt afgewezen, achten zij zich van hun eed van trouw ontslagen en gaan zij een avontuurlijk leven leiden, bijgestaan door den toovenaar Mangis en de fee Orlanda, die hun een reusachtig, onoverwinnelijk paard, Beyaert, schonk. Ten slotte geven de broeders zich toch over en wordt het paard verdronken.

< >