Heemskerk (mr. theodorus) - Zoon van Mr. Jan Heemskerk Azn., geb. 1852 te Amsterdam, bezocht de H.B.S. 5 j. c. in Den Haag, deed eind-examen, studeerde een jaar aan de Polytechnische school te Delft, deed toen admissie-examen voor de Universiteit en promoveerde in ’76 te Leiden. Hij vestigde zich in ’t zelfde jaar als advocaat te Amsterdam, waar hij van 1877-87 plaatsvervangend Kantonrechter was en tot 1908 bleef practiseeren. Evenals in zijn studententijd toonde hij in zijn rechterlijke en staatkundige loopbaan een bijzonder vlugge werkkracht en groote gemakkelijkheid van spreken: hij was lid van de Prov.
Staten van N.-Holland van 1883-1909, van den Amsterdamschen Raad van 1889-95 en van 1900-09, in welke laatste periode hij het drukke ambt van Wethouder van Financiën en van Openbare Werken waarnam, tegelijk met zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, waar hij met tusschenpoozen van 1891-93, van 1897-1901 van 1888 af achtereenvolgens van 5 districten (Ridderkerk, Harlingen, Sneek, Amsterdam VII en Sliedrecht) de vertegenwoordiger der antirevolutionnairen was, van wier club hij in 1905 de voorzitter werd. Toen door zijn bestrijding de begrooting van 1906-’07 van het Ministerie-de Meester verworpen was, werd H. geroepen, om een nieuw Kabinet te formeeren, waarin hij als Minister van Binnenl. Zaken optrad. Doordat bij de verkiezingen van 1913 de rechtsche partijen in de minderheid kwamen, zag H. zich met zijn ambtgenooten genoodzaakt, heen te gaan en volgde het extra-parlementair Ministerie-Cort van der Linden. In 1913 werd H. benoemd tot lid van den Raad van State. Toen hij in Juli 1918 tot lid van de nieuwe Tweede Kamer was gekozen, bedankte hij vóór de installatie, ten einde als Minister van Justitie zitting te kunnen nemen in het nieuwe Kabinet, door Mr. Ruys de Beerenbrouck in Sept. ’18 gevormd.