Hasjisj - een genotmiddel, dat gewonnen wordt uit de Cannabis sativa. Niet alle hennep levert h., het is alleen maar die, welve in warme streken groeit, vooral in Voor-Indië. Het, gebruik is hoofdzakelijk beperkt tot belijders der Islam. In verschillenden vorm wordt ze gerookt (in speciaal hiervoor bestemde pijpen) of ook gegeten. 1. De toppen der vrouwelijke planten.
Men onderscheidt a) Bhang of Bheng, waarbij ook de bladeren der plant worden toegevoegd; zij wordt voor het gebruik gewreven en fijn gesneden, b) Gänjäh, Günjäh, Quinnab, die veel harsrijker is dan a, zoodat blad- en bloemdeelen met elkaar verkleefd zijn. Bestaat enkel uit de toppen der plant zonder de groote bladen. 2) Men zoekt de hars, het eigenlijke werkzame bestanddeel in geconcentreerden vorm te verkrijgen. Daartoe worden in Perzië de toppen der vrouwelijke plant in wollen doeken gewreven, de hars afgekrabd en tot ballen gevormd. Dit produkt heet hèschisché. Om ze in eetbaren vorm te brengen, zijn er nog vele andere bereidingswijzen. De werking der direct gegeten praeparaten is veel sterker dan die van het gerookte kruid. De gebruiker komt in een zeer aangenamen toestand, waarbij beperkingen van tijd en ruimte verdwijnen. Zie ook CANNABIS.
