Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hartman

betekenis & definitie

Hartman - (Jacobus Johannes), Nederl. philoloog, geb. 1851 te Blankenham, promoveerde in 1877 te Leiden tot doctor in de klassieke letteren op proefschrift: Studia critica in Luciani Samosatensis opera, was 1877—83 praeceptor aan het gymnasium te Leiden, 1883—91 conrector, is sedert 1891 hoogleeraar in Latijn en Romeinsche antiquiteiten. Hij gaf in het licht; Studia Antiphontea; Analecta Xenophontea; Analecta Xenophontea nova; De Pkaedri fabulis; De Horatio poeta; De Terentio et Donato; Epistola critica ad Van Leeuwen et Mendes da Costa ; De emblematis in Platonis textu obviis; Analecta Tacitea, alsmede de populaire werken: De Avondzon des Heidendoms ; Beatus Ille en Honderd Jaar geestelijk leven in den Rom. Keizertijd.

Zijn Lat. gedichten zijn door het Hoeufftiaansch Legaat tweemalen met goud bekroond en meermalen eervol vermeld: een bloemlezing daaruit geeft Decennium Poeticum te Leiden (1907), dat tevens zijn meesterlijke vertalingen van gedichten van De Genestet bevat. H. herdacht 23 Sept. 1916 zijn 25-jarig professoraat onder talrijke blijken van belangstelling uit geheel Nederland.

< >