Harsoliën - ontstaan bij de droge destillatie van hars, dat daartoe in groote, lage, ijzeren destilleerketels wordt verhit. Behalve verschillende zuren gaat daarbij eerst een vluchtige, gele (harsspiritus) en dan een dikvloeibare, blauw achtige vloeistof, de eigenlijke harsolie, over. In de ketels blijft een pek achter. Tegenwoordig voert men de destillatie ook in het luchtledig uit; de daarbij verkregen oliën onderscheidt men in harsessence, blonde, blauwe en groene harsolie.
De h. worden gewoonlijk niet in ruwen toestand gebruikt maar eerst geraffineerd. De harsspiritus bestaat uit een mengsel van verzadigde, onverzadigde en aromatische koolwaterstoffen, benevens terpenen. De harsolie is een mengsel van hoogkokende terpenen en vaste, weinig bekende stoffen.