Harsen (fossiele) - bij het vergaan der planten blijven de hars- en wasachtige deelen vrijwel onveranderd. Wasachtige deelen van het stuifmeel der windbloeiers nemen deel aan den opbouw van veen; ook treft men daar en in bruinkool stukjes echte h. aan : fichteliet, retiniet, pyropissiet. Steenkool bevat geen h., omdat harsafscheidende plantensoorten pas in den Jura, dus na het Carboon ontstonden.
Kopal is subfossiel h. van tropische boomen, gewoonlijk door een dun aardlaagje bedekt geworden ; ook in het tertiair komen hier en daar kopalachtige h. voor. Barnsteen is eveneens een, in zand opgenomen, fossiel h.