Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Harmonieten

betekenis & definitie

Harmonieten, Harmonisten of Rappisten, aanhangers van George Rapp, geb. 1757 in het Württembergsche dorp Iptingen. Hij behoorde tot de Piëtisten, hield zich druk bezig met de mystiek van Böhme, scheidde zich in 1785 van de staatskerk af en begon een eigen gemeente te stichten. Hij voerde den herdoop in, verwierp den eed en den krijgsdienst, terwijl velen zijner volgelingen een besliste voorliefde hadden voor ’t ongehuwde leven.

Toen de regeering in 1803 hem begon te vervolgen, trok hij met ongeveer 600 zijner gemeenteleden, met verlof der overheid, naar Amerika, waar zij zich vestigden bij Pittsburg in Transsylvanië. Zij vormden hier een theocratische gemeenschap, waarvan „vader” Rapp de patriarch, profeet, rechter en hoogepriester was, terwijl hij door zijn persoonlijkheid en welsprekendheid aller vertrouwen wist te winnen.

De spoedige wederkomst van Christus verwachtende, leefden zij in gemeenschap van goederen, wijdden zich met allen ijver aan landbouw en industrie en kwamen spoedig tot grooten maatschappelijken welstand. In 1807 werd, met goedkeuring van Rapp, voor alle leden het coelibaat ingevoerd, waaraan men zich gewillig onderwierp. Uitsterving werd voorkomen door nieuwe toevoer uit Europa. Rapp drong de zijnen, als zij een bepaalde streek in cultuur gebracht hadden, tot verhuizen naar een oord, dat nog ongecultiveerd was. Zoo vertrokken zij in 1814 naar Indiana, waar zij de stad Harmony stichtten. Deze nederzetting verkochten zij in 1824 aan Robert Owen, die haar New-Harmony noemde en haar geheel naar socialistische ideeën trachtte in te richten, hoewel deze socialistische kolonie in 1828 te niet ging. Rapp c. s. bouwden echter aan den oever v. d. Ohio de stad Economy in 1824, waar zij verder een blijvende plaats vonden. Rapp stierf daar in 1847 en terwijl zijn aanhangers hard werkten, had hij zelf een betrekkelijk weelderig leven verkregen. — Een zekere Bernh.

Müller, die in Europa onder den naam van Proli met den rechter wegens bedriegerijen in aanraking gekomen en naar Amerika gevlucht was, drong zich bij de gemeente der Harmonieten in 1831 in en noemde zich graaf Leon. Hij voerde het huwelijk weer in, won een derde deel der gemeente voor zich en verliet met hen en 105.000 doll. uit de gezamenlijke kas Economy en stichtte een „gemeente v. h. Nieuwe Jeruzalem”. Hij verteerde het geld der gemeente, vluchtte naar Louisiana en stierf 1833 aan de cholera. — Na den dood van Rapp stond Backer aan het hoofd der Harmonieten en na het overlijden van dezen in 1871 Heinrici. De sekte kreeg wel rijke bezittingen, maar verminderde in aantal door haar gedwongen coelibaat en het steeds minder opnemen van nieuwe leden. — Vgl. J. Wagner, Geschichte der Harmoniegesellschaft (Baihingen 1833); Bonnehorst, Der Abenteurer Proli (Frankf. a. M. 1834); Dixon en Nordhoff, The communistic societies of the U. S. (Lond. 1874); Knortz, Die christl. Kommun. Kolonie u. s. w., 1892.

< >