Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Handboortoestel

betekenis & definitie

Handboortoestel - grondboor ingericht voor boren aan een kabel of voor boren aan een stang (of buis). Bij het boren aan kabel gebruikt men een eenvoudigen bok met een schijf in den top. Aan het eene einde van het over die schijf geslagen touw hangt een buis met stalen snede, welke zich bij het regelmatig op en neer bewegen geleidelijk met grond vult en dan opgehaald wordt. Dikwijls maakt de aard van den grond het noodzakelijk de buis aan het ondereinde van een afsluiting te voorzien, om te voorkomen, dat de grond bij het ophalen er uit valt; als afsluiting gebruikt men een kogel of een naar boven openende klep.

Hardere lagen moeten eerst met een aan het bovenbedoelde touw bevestigden beitel fijngestooten worden. Met een kabel kan alleen stootend geboord worden. Bij draaiend boren wordt, voor het losmaken en ophalen van den grond, aan de boorstang een werktuig bevestigd, dat zich bij het ronddraaien met grond vult. Het beste h. voor losse aardlagen is de Bankaboor, in het midden der vorige eeuw door Akkeringa, den eersten Nederlandschen mijningenieur op Banka, bedacht. Het stelt in staat om ook in aardlagen, die niet over groote hoogte blijven staan een betrekkelijk groote diepte te bereiken, omdat het gat wordt opengehouden door een bekleedingsbuis. Het eigenaardige van de Bankaboor ligt daarin, dat deze bekleedingsbuis, welke ook bij andere boortoestellen gebruikt wordt, een cirkelvormig platvorm draagt, waarop de werklieden staan die de boor handteeren; hun gewicht drukt de bekleedingsbuis, welke bovendien nog door een wisselploeg langzaam rondgedraaid wordt, naar beneden.

< >