Han - 1) de Chin. dynastie, welke regeerde van 206 v. C. tot 220 n. C;, zoo genoemd naar haar stichter, den hertog van Han. — Na 25 n. C. werd zij „Toeng-Han”, d. i. Oost-Han genoemd. — Van 221 n. C.-264 n. C. regeerde de z.g. „Achter-Han-dynastie”. Later werd in China, vooral gedurende de laatste revolutie, het begrip „Han” dat van „echt-Chineesch”, in tegenstelling met Mandsjoe.
2) Ulrich, gelatiniseerd Gallus, ook Barbatus geheeten, tweede, of wellicht eerste boekdrukker te Rome, geb. te Ingolstadt. Zijn eerste gedateerde drukken zijn de Meditationes van kardinaal Torquemada of Turrecremata, 31 Dec. 1467 (1466 ?); dit werk is gedrukt met een Gotisch lettertype. Meestal bediende H. zich van een antiqua-type, doch met groote gotische hoofdletters. In zijn Missale Romanum van 1476 komen voor het eerst gedrukte noten voor.
3) H. sur Lesse, dorpje in O.-België, 25 K.M. ten Z.O. van Dinand; 2500 inw. De beroemde Grot van H., waar de Lesse doorheen stroomt, is sedert 1771 bekend en wordt jaarlijks door duizenden menschen bezocht. De grot bestaat uit een opeenvolging van wijd vertakte holen in het kalkgebergte, die samen 5 K.M. lang zijn, doch waarvan slechts een gedeelte toegankelijk is. Men vindt er zalen met prachtige druipsteenvormingen; bekend is de Salle du Dôme, 150 M. lang, 140 M. breed en 120 M. hoog.