Hai-nan - Eiland gelegen vóór de Zuidkust van China (prov. Kwan-toeng), door de Hainan-straat van het schiereiland Lai-tsjeoe gescheiden; groot 34.100 K.M.2 Het bestaat bijna geheel uit archaïsch en primair gebergte, waarvan de ketens een Z.W.-N.O. richting hebben. De hoogste top, de Woe-tsji-sjan is 1800 M. hoog ; de rivieren stroomen meestal in lengte-dalen Het gebergte is met dichte wouden van tropisch karakter bedekt. H. heeft ± 2 mill. inw.
De oorspronkelijke bewoners zijn de Li, die tot de oerbevolking van Zuid-China behooren; het grootste deel der bevolking zijn geïmmigreerde Chineezen. Men verbouwt op het vruchtbare eiland rijst, allerlei groenten en ooftsoorten, o. a. kokosnoten en nepheliumvruchten, betelpalmen, tabak, indigo, suikerriet, katoen, hennep. De wouden leveren talrijke houtsoorten. Er is belangrijke bijenteelt, de kusten zijn zeer vischrijk, ook sponzen worden verzameld; de bodem bevat verschillende mineralen (koper, goud, zilver, edelgesteenten). Voornaamste stad is Kioengtsjeoe, 43.000 inw., sedert 1876 verdragshaven, voorhaven Hoi-han. In 1912 werd hier voor f 9.200.000 uitgevoerd. De voornaamste uitvoerproducten waren suiker, hennep, hout, huiden, leer, varkens, graslinnen en sponzen. Het eiland vormt het district Kioeng-tsjeoe-foe.