Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Haeresis

betekenis & definitie

Haeresis - Ketterij. Het Grieksche woord bet.: keuze, het gekozene, godsd. en polit. partijrichting, levens- of leerwijze, school of sekte. In kerkelijk spraakgebruik kreeg dit woord al spoedig het begrip van willekeurige meening van menschen en sedert het midden der 2e eeuw wordt tegenover een duidelijke geloofsleer der Kerk daardoor verstaan een direct daarmee in strijd staande leer. De aanhangers van zulk een strijdende leer heetten haeretici. Als tegenstand tegen de goddelijke openbaring gold de h. der Kerk voor de ergste zonde en sedert het eind der 4e eeuw als tegenstand tegen de staatswetten ook voor een polit. overtreding, waarop in de Middeleeuwen de doodstraf stond.

Van de h. als vervalsching of verminking der kerkelijke leer moet onderscheiden worden het Schisma als strafbare scheuring van de kerk in inrichting en gebruiken. Zoo zijn naar de Roomsch-Kath. opvatting de Protestanten haeretici; de Grieksch-orthodoxe Christenen waren tot het Vaticaansch concilie (1870) slechts schismatici, terwijl zij streng genomen thans haeretici zijn. In de Middeleeuwen kwam voor haeretici ook de naam „ketters” op, welke naam voortkomt uit het woord „Katharen”.

< >