Gyges - koning van Lydië (+ 685—652, niet 657 gelijk vaak beweerd wordt). Zijn naam luidde eigl. Goegoe; over de Grieksche sage, zie benedon en CANDAULES. G. breidde zijn heerschappij N.waarts uit, over Troas, W.waarts over de Grieksche koloniën aan de Egeïsche zee.
Om hulp te krijgen tegen de Kimmeriërs (zie ook GOMER), die, komend van de N.kust der Zwarte Zee, het rijk van Midas van Frygië reeds onder den voet hadden geloopen en nu Lydië ernstig bedreigden, zond G. een gezantschap naar Ninive en bood aan Assur-bani-pal zijn onderwerping aan (660). G. sloeg, wellicht met steun van Assyr. hulptroepen, den aanval der Kimmeriërs af en zond 2 gevangen opperhoofden der Kimm. geboeid naar Nineve. G. stond nu op ’t toppunt van zijn macht, „de rijkdom van den gouden G,” was in Griekenland beroemd. Toen niet lang daarna de groote Babyl.-Vooraziatische opstand tegen Assyrië werd voorbereid (zie SAMAS-SOEM-OEKIN), deed ook G. mede; hij zond Jonische en Karische huursoldaten naar Psammetichus I van Egypte, waarmee deze de Assyr. bezettingstroepen uit Eg. verdreef (tusschen 658 en 655). Spoedig daarop viel G. openlijk van Assyrië af (654). In 652 kwam een 2do aanval der Kimmeriërs, nu onder leiding van Toegdammê (Griek.: Lygdamis, uit Dygd.); deze veroverde Sardes; G. kwam hierbij om, waarsch. door zelfmoord.
In de Grieksche sage wordt het volgende van hem verteld. Volgens Herodotus was G. een gunsteling van den Lydischen koning Candaules, uit het huis der Heracliden of Sandoniden; de gemalin van Candaules, door haar echtgenoot beleedigd, stelde G. voor de keus om den koning te dooden en met haar te huwen of zelf het leven te verliezen. G. vermoordde Candaules, huwde met diens vrouw en werd door het Delphisch orakel als koning van Lydië erkend. Volgens Plato had G. tevoren als herder in een rotskloof een ring gevonden, welke het vermogen bezat zijn bezitter, zoodra deze het begeerde, onzichtbaar te maken. Met behulp van dezen ring won G. het hart der koningin en doodde hij den koning. Nog anders luidt het verhaal bij Nicolaus van Damascus.
,,G.” is ook de titel van een drama van Hebbel.