Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 03-01-2019

Gutenberg

betekenis & definitie

Gutenberg - (Johann), aan wien tot c. 1912 bijna algemeen in Duitschland en daar buiten de uitvinding van de boekdrukkunst werd toegeschreven, leefde van omstreeks 1400 tot na i467. Van zijn levensloop vóór 1436 is weinig of niets met zekerheid bekend. Als zijn geboorteplaats gold eerst Mainz, later een plaats in de onmiddellijke omgeving daarvan. Hij stamt uit het patricische geslacht Gensfleisch, en voerde den naam G., die later zijn hoofdnaam werd, naar het landgoed van dien naam, welks bezit zijn overgrootvader door huwelijk had verkregen.

Van zijn jeugd is niets bekend; vóór 1430 verliet hij Mainz en komt in 1434 te Straatsburg te voorschijn. Van 1436—1439 voert hij een proces voor den Grooten Raad van Straatsburg tegen zekeren George Dritzehn over de betaling van een zekere som gelds, verschuldigd wegens het leveren van verschillende gereedschappen. In 1444 verliet hij Straatsburg en wordt in 1448 weder als inwoner van Mainz vermeld. Zijn werkzaamheid als boekdrukker valt niet met zekerheid te bewijzen, daar de processtukken van notaris Helmansperger van 6 November 1455, waarbij G. werd veroordeeld tot terugbetaling van twee geldsommen met interest aan Johann Fust, welke deze hem in 1450 en in 1452 had voorgeschoten, niets hoegenaamd van eenig voorwerp of maaksel melden, dat met boekdrukkunst in verband staat. Omstreeks 1457 was G. bankroet, na feitelijk van een andermans geld te hebben geleefd. De nieuwste nasporingen van Duitsche deskundigen als Zedler en Haebler stemmen in deze bekentenis overeen, dat de aangebrachte documenten, hoe belangrijk ook, slechts zwakke, volstrekt onvoldoende gegevens bieden om een scherp belijnd beeld van de persoonlijkheid van G. te geven.

Nog minder zijn zij geschikt, om een inzicht te verschaffen in G.’s wijze van werken en, zoodoende, in de ontwikkelingsgeschiedenis van den eersten boekdruk. Zij toonen aan, dat hij niet kan gedrukt hebben vóór 1450 en leveren niet dan een schijn van bewijs, dat hij na dat jaar gedrukt heeft. Haebler, de bekende samensteller van het „Typen-Repertorium”, ziet in G. niet den man van de praktijk, doch den man van de theorie, den leermeester van andere drukkers, wier zet-, giet- en drukmateriaal hij voor hen in orde bracht. Wat er later zal kunnen overblijven van die G.-hypothesen, zullen waarschijnlijk eerst ons overlevenden kunnen beslissen. 6. stierf als hofdienaar van Graaf Adolf van Nassau te Mainz 1468. Te raadplegen litteratuur: Schwenke, Untersuchungen z. Geschichte d. ersten Buchdrucks (Berlin 1900) ; Zedler, G.-Forschungen (Lpz. 1901); Hessels, The G. fiction, A critical examinatipn of the documents relating to G., showing that he was not the inventor of printing (London 1912) ; Enschedé, G.’s eerste drukwerk, volgens Otto Hupp (Nieuwsbl. v. d. boekh. 1902, No. 61—63); ld., De oudste G.-type, volgens dr. G. Zedler (Aid. 1902); een zeer voorname kenbron voor liet leven van G. en de aan hem toegeschreven drukwerken zijn de sinds 1901 te Mainz verschijnende: Veröffentlichungen der G.-Gesellschaft, met talrijke facsimilés.

Gütersloh, stad in de Pruis. prov. Westfalen, 18 K.M. ten Z.W. van Bielefeld, aan de spoorlijn Hannover—Keulen ; 18.500 inw.; zijde- en katoenweverijen.

< >