Guerrazzi (Francesco Domenico), Italiaansch politicus en letterkundige, geb. 1804 te Livorno, gest. 1873, een hartstochtelijk, somber eerzuchtig man. Van 1848—49 heeft hij veel macht in Toscane gehad, eerst als lid van het „democratische ministerie”, later als dictator. Vóór en na dit hoogtepunt van zijn politieke loopbaan is hij veel vervolgd, wat hij door zijn heftigheid uitlokte. Na verscheiden keeren in de gevangenis geweest te zijn, werd hij naar Corsica verbannen, vanwaar hij in 1857 ontsnapt is.
G.’s werken zijn geschreven onder den invloed van zijn hartstochtelijk temperament. Toen hij twintig jaar was, debuteerde hij met een historischen roman, La Battaglia di Benevento. Zijn meesterwerk is L'Assedio di Firenze (1836), een roman waaruit vurige vaderlandsliefde spreekt en die de Italiaansche jeugd heeft doen ontvlammen van enthousiasme voor den strijd voor de onafhankelijkheid van het vaderland. De romans, die daarna gevolgd zijn: Veronica Cibo (1837), Isabella Orsini (1844) en de Scritti vari, hebben niet zooveel opgang gemaakt. La Serpicina, een verhaal, dat vóór V Assedio di Firenze geschreven is (een sinds eeuwen bekende fabel) wordt om den mooien stijl geprezen, evenals de roman Pasquale Paoli (1860), waarin de val van Corsica verteld wordt.
Na 1853 heeft G. nog verscheiden werken geschreven, waarvan enkele zeer heftig zijn, b.v. Beatrice Cenci (1854). Tot deze periode behooren ook het verhaal II Buco nel Muro (1862) en eenige biographieën van beroemde mannen: Andrea Doria, Fr. Ferruccio, Sampiero, enz. In 1829 heeft G. met Mazzini en Bini het weekblad L'Indicatore genovese opgericht. Over zichzelf heeft hij geschreven in zijn Memorie (Livorno, Poligr. ital., 1848), in Arlotto Mainardi (Genova, Rossi, 1860) en in zijn Apologia della vita politica (Le Monnier, 1851).