Grossi (Tommaso), Italiaansch schrijver, die tot de romantische school behoort, geb. 1790 te Bellano aan het Comomeer, gest. 1863. Nadat hij in de rechten gestudeerd had in Pavia, ging hij naar Milaan, waar hij vriendschap sloot met A. Manzoni, in wiens huis hij zelfs zijn intrek heeft genomen. Later is hij notaris geweest. Hij heeft eenige sentimenteele novellen in verzen geschreven, die in dien tijd zeer in den smaak vielen, zooals La Fugitiva (1816) (in dialect, later door den schrijver zelf in ’t Italiaansch vertaald), Ildegonda (1820), Ulrico e Lida (uitg. in 1837).
Minder gelukkig is hij geweest met een episch gedicht I Lombardi alla prima Crociata (1821—1826). Zijn voornaamste werk is de historische roman Marco Visconti, waaraan hij gewerkt heeft van 1831—1834, (aan Manzoni, den grooten schrijver van de „Promessi Sposi” opgedragen en uitgegeven in 1834, Milano, Ferrario). Er komen prachtige beschrijvingen in voor van de omgeving van het Comomeer. G. heeft met veel zorg de Toscaansche taal bestudeerd. (G.’s werken Opere, zijn uitgegeven bij Oliva, Milaan 1862).