Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grondijs

betekenis & definitie

Grondijs - komt voor in beken, rivieren en in zee. Voor zoover thans kan worden nagegaan, schijnt bij beken en rivieren eerst de temperatuur der geheele waterkolom tot 0° of iets lager te dalen, waarna door een of andere uitwendige of inwendige oorzaak ijsvorming, ’t zij aan den bodem, ’t zij in tusschen het oppervlak en bodem gelegen waterlagen begint. Deze ijskristallen sluiten snel aaneen en komen aan de oppervlakte als stukken ter grootte van een bord, het ijs is zeer bros.

Men heeft dikwijls waargenomen, dat het ijs zich het allereerst op den bodem en op plantresten, die nog aan den bodem vastzaten, vertoonde. — Een eigenaardige vorming van g. is bekend uit het Skager-rak. Hier treft men dikwijls een eigenaardige groepeering van waterlagen aan. Vanaf den bodem eenige Meters warm, 5° C., maar zout (33‰) en dus zwaar water (het z.g. Bankwater), daarboven betrekkelijk zoet (22‰), maar koud (0.4 tot 0.8° C.)

Oostzeewater. Wanneer dit water door uitstraling verder afkoelt, kan hierin op eenige meters diepte ijsvorming optreden, welke oorzaak kan zijn, dat plotseling kilometers zeeoppervlak met een betrekkelijk dikke ijslaag zijn bedekt. Deze vorm van ijs wordt ook onder het „grondijs” gerekend. Zeilschepen en vrij krachtige stoomschepen geraken in dit grondijs spoedig geboeid, omdat het over een groot deel der waterkolom wordt aangetroffen. Zie Krümmel, Ozeanographie, I, 570.

< >