Grolier (jean) - vicomte d’ Aiguisy, geboren te Lyon in 1479, was van 1510-35 als betaalmeester en als Fransch gezant in Italië, vanaf 1537 als trésorier général te Parijs werkzaam. In Italië legde hij den grondslag voor zijn later zoo beroemd geworden boekerij, die allengs een omvang van 3000 deelen kreeg. Ze werden naar eigen teekeningen of aanwijzingen meest in bruin kalfsleer, in zuiveren Renaissance-stijl gebonden, waarbij het plat in den regel met een uit lijnen en planten-arabesken saamgevoegd vlak-ornament in gouddruk werd voorzien. Bovendien kenmerken de banden zich aan de voorzijde met de eigendomsaanwijzing ,,IO.
GROLIERII ET AMICORUM”, terwijl in de boeken „Portia mea, Domina, sit in terra viventium” gedrukt staat. De boekerij bleef na G.’s dood in 1565 tot in 1675 in het bezit zijner nakomelingen, werd toen evenwel verkocht en raakte overal verspreid. Thans zijn weer een 400-tal van de daaruit afkomstige boeken bekend, die alleen om de banden met 500-1000 gulden per stuk worden betaald. G.’s eveneens omvangrijke munt- en penningverzameling werd door Karel IX voor den Franschen staat aangekocht.