Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Groen van prinsterer (mr. guillaume)

betekenis & definitie

Groen van prinsterer (mr. guillaume) - Ned. staatsman, geschiedvorscher en schrijver, geb. te Voorburg 1801, overl. in den Haag 1876, promoveerde te Leiden in de beide rechten en in de letteren (1823), werd in ’27 aan het Kabinet des Konings tot referendaris benoemd en twee jaar later tot Secretaris ervan. Om zich geheel te kunnen wijden aan historische studiën, waartoe hij zich nog sterker aangetrokken voelde, nadat hem in ’34 het toezicht op het Huisarchief der Oranjes was opgedragen, nam hij in ’36 zijn ontslag als secretaris, waardoor hij ook tijd en vrijheid kreeg voor parlementairen arbeid, waartoe hij zich als lid van de Tweede Kamer van 1849 tot ’57 en van 1862 tot ’65 geroepen zag. Van Thorbecke, zijn ouden academievriend, werd hij hier de tegenstander, als anti-revolutionnair, zooals G. zich noemde, omdat hij zich stelde tegenover de grondstellingen van vrijheid en gelijkheid en volkssouvereiniteit, ofschoon, gelijk hij getuigde, zijn streven was: met Christelijk-historisch compas naar vooruitgang, niet naar terugkeer.

Zijn beginselen, steunende op de erkenning van het „droit divin” — Christelijk historische bestempelde hij ze reeds in 1831 in zijn Nederlandsche Gedachten — worden het best gekend, behalve uit het pas genoemde blad, dat van 1830 tot ’75 op ongeregelde tijden uitkwam, uit Beschouwingen over Staats- en Volkenrecht (1834); uit de Voorreden van de Archives ou correspondance inédite de la maison d’Orange-Nassau (13 dl. 1835-61); Ongeloof en Revolutie (1854, nieuwe druk ’68), historische voorlezingen in een kleinen vriendenkring; Handboek voor de geschiedenis van het Vaderland (1841-46); Over het verband van de Openbare Volksschool en den Godsdienst; Parlementaire Studiën en Schetsen (3 dl. 1865-67); la Prusse et les Pays-Bas (1867); l’Empire prussien et l’Apocalypse (1867) en uit Maurice et Barnevelt (1876). Op het Rijksarchief wordt zijn Autobiografie bewaard. Zeer talrijk zijn de geschriften van dezen buitengewoon begaafden en werkzamen man.

< >