Greyhound - of Engelsche windhond, is de windhond, die het meest in Nederland wordt gehouden en wel voor de lange jacht. In Engeland was dit ras al in de vroege Middeleeuwen bekend en de lange jacht met windhonden heeft daar reeds vroeger een bloeiperiode gehad. In ons land wordt deze jacht, waarbij de windhond den haas op den voet volgt, het meest uitgeoefend. De G. is c. a. 65 c.M. hoog, heeft een slanken, sierlijken lichaamsbouw, heeft een fijngebouwden kop met zeer langen snuit en opstaande aan de punten omgebogen ooren.
De magere romp is in het borstgedeelte zeer diep, terwijl de buik opgetrokken is. De staart is lang en dun en wordt hangend gedragen met iets afgebogen punt. De beenen zijn lang en mager gespierd. Over het geheel zijn de spieren lang en sterk, doch niet dik. De huid is fijn en droog, de beharing kort en dicht aanliggend, de kleur zeer verschillend: zwart, rood, bruin, wit, gestroomd, gevlekt. Even als alle windhonden zijn de g. onrustig, beweeglijk en weinig aanhankelijk.