Gregorius van nazianze - Grieksche Kerkvader, geb. omstr. 330 te Arianzus bij Nazianzus in Zuid. Cappadocië, voorstander van de Niceensche rechtzinnigheid en een beoefenaar van de geschriften van Origenes. Door zijn vader, die Bissch. van Nazianzus was, werd hij 361 tegen zijn wil tot presbyter gewijd. Slingerend tusschen zijn begeerte naar een stil contemplatief-asketisch leven en zijn drang naar de waakzaamheid van een kerkelijk leven, onttrok hij zich aan zijn geestelijk ambt door de vlucht.
Een kleine gemeente van verdrukte voorstanders van het Nicaenum te Constantinopel benoemde hem 379 tot haar voorganger en in haar kapel „Anastasia” hield hij zijn beroemde 5 redenen over de godheid van den Logos, waaraan hij den eerenaam van den theoloog had te danken. Theodosius de Groote benoemde hem 380 tot patriarch van de hoofdstad en droeg hem 381 het voorzitterschap op van het in dat jaar gehouden concilie van Constantinopel. De tegenstand zijner vijanden dreef hem echter te bedanken voor zijn ambt, waarop hij naar Nazianzus terugkeerde, welke gemeente hij vele jaren diende, tot hij 390 daar stierf. Behalve zijn bovengenoemde redenen zijn ook belangrijk zijn rede over de vlucht (n.l. uit Nazianzus, ter schildering van de verhevenheid en verantwoordelijkheid van het priesterschap) en zijn beide smaadredenen tegen Julianus. De beste uitgave zijner werken is die van den Mauriner D. Clemencet (Par. 1778), 2de deel door Caillau 1840. — Zie over hem: K. Ullmann, Greg. v. Nazianz, der Theologe (2 Aufl.
Gotha 1867); Böhringer, Die Kirche Christi und ihre Zeugen, Bd. 8 (2 Aufl. Stuttg. 1876); A. Bénoit, St. Gregoire de Nazianze (2 Ed. 2 tom. Par. 1886).