Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gratama

betekenis & definitie

Gratama - (Lucas Oldenhuis), zoon van den voorgaande, Nederl. rechtsgeleerde en oudheidkundige, geb. 1815 te Assen, overl. aldaar 1887. Hij studeerde te Groningen, waar hij in 1835 promoveerde, oefende vervolgens in zijn geboorteplaats de rechtspractijk uit, werd in 1854 benoemd tot rechter in de arrondissementsrechtbank aldaar en in 1865 tot raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof van Drente. In 1854 werd hij gekozen als lid van de Provinciale Staten van Drente, van 1867—1886 had hij voor het hoofdkiesdistrict Assen zitting in de Tweede Kamer, waar hij de gematigd-liberale richting vertegenwoordigde en met toewijding deelnam aan de voorbereiding van de grondswetsherziening. Met eenige andere Kamerleden nam hij het initiatief tot afschaffing van de bestaande Jachtwet.

Verscheidene rechtskundige opstellen van zijn hand, waarvan verschillende betrekking hebben op de rechtsgeschiedenis der provincie Drente, zagen het licht, grootendeels in de „Nieuwe Bijdragen” en het „Weekblad van het Recht”. Ook op oudheidkundig gebied heeft hij veel gepubliceerd o.a. in de „Bijdragen tot de geschiedenis van de oudheidkunde” van Stratingh, Feith en Bodes (1846—1873). Zijn Open brief aan het college van Gedeputeerde Staten over de zorg voor het onderhoud der Hunnebedden (1886) leidde ot de regeeringszorg voor de hunnebedden.

< >