Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grashuis

betekenis & definitie

Grashuis - (Mr. G. J.), geb. 1836 te Groningen, vertrok in 1869 in dienst der Nederl. Zendingsvereeniging naar de Preanger ter bestudeering van het Soendaneesch, tot voorbereiding van de Bijbelvertaling. Na in 1868 het Grootambtenaarsex. te hebben afgelegd, was hij eenigen tijd bij het B. B. op Java werkzaam, en werd in 873 benoemd aan de Rijksinst. voor onderwijs in de Taal-, Land- en Volkenkunde van N. I. te Leiden, promoveerde 1875 tot Dr. in de rechten, werd 1877 benoemd tot lector in het Soendaneesch a. d. Leidsche Universiteit; van 1896—98 was hij tevens leeraar a. d. Rijkslandbouwschool te Wageningen. Heeft zich vooral bekend gemaakt als een der grondleggers van de studie van het Soendaneesch, waarvoor bij Sijthoff te Leiden een aantal leerboeken van zijn hand verschenen zijn.

< >