Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Graaf (reymer de)

betekenis & definitie

Graaf (reymer de) - Nederl. geneeskundige, geb. 1641 te Schoonhoven, oefende zich te Leiden in de geneeskunde onder F. de le Boë Sylvius, en verwierf reeds in 1663 een goeden naam met zijn verhandeling De succo Pancreatico. Met zijn broeder Martinus bezocht hij Frankrijk, werd te Angers tot med. doctor bevorderd, en vestigde zich te Delft. Hij maakte zich vooral naam door de bloedvaten bij de ontleding op te spuiten, ten einde den omloop des bloeds aan te wijzen. Hij deelde deze uitvinding in ’t geheim aan F. Ruisch mede, welke ze meer volmaakte en in praktijk bracht.

Swammerdam verbeterde ze, door wasachtige zelfstandigheden tot zijn inspuitingen te bezigen. De belangrijkste ontdekking van de G. is de follikel in den eierstok, die hij voor het ei van den mensch aanzag. Eerst v. Baer heeft in 1827 de onjuistheid hiervan aangetoond.

< >