Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gould (jay)

betekenis & definitie

Gould (jay) - Noordamerik. financier, geb. 1836 te Roxbury (New-York), overl. te New-York 1892, werkte zich van loonarbeider op tot spoorwegkoning, een vermogen van omstreeks 180 millioen gulden nalatende, voornamelijk verkregen door zijn aandeelen in groote spoorwegmaatschappijen; omstreeks 1880 was hij geïnteresseerd bij en had deel in ’t bestuur van 1/9 van ’t geheele spoorwegnet der V. S. Zijn oudste zoon George Jay G., geb. 1864, ook groot aandeelhouder in en bestuurslid van verschillende spoorwegmaatschappijen, bracht een vriendschappelijke verhouding tusschen de Gould- en de Rockefeller-belangen tot stand.

< >