Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Goudslagershuidjes

betekenis & definitie

Goudslagershuidjes - worden gesneden van het buitenbekleedsel van het analogon van den blindedarm bij runderen. Oorspronkelijk slechts eenige decimeters groot, worden zij tot op de vijf- of zesvoudige afmetingen uitgerekt opgespannen, twee ervan met den gladden kant op elkaar geplakt, en dan zorgvuldig schoongemaakt. Ze zijn bijzonder dun, en toch sterk en taai, en werden daarom vroeger algemeen gebruikt, om er goudblad tusschen te kloppen, vandaar de naam.

In de laatste jaren zijn ze evenwel in veel grooter getale gebruikt voor het luchtdicht bekleeden van Zeppelin’s, totdat in de ongehoorde behoefte daaraan niet kon worden voorzien, en als surrogaat cellon-producten werden gebezigd. Zie ook BLADGOUD.

< >