Gouden horde - (rijk van de —; horde, verbastering van het mong. „orda” = legerplaats), is een andere naam voor het rijk Kaptchak, dat zich uitstrekte van ’t Altaï Geb. tot de Wolga en na den dood van Djingizkhan een afzonderlijken staat vormde onder heerschappij van Batu, die zijn gebied Noordwaarts uitbreidde tot Rjasan en Moskou (1238) en Westwaarts tot Boeda-Pest. Bela IV van Hongarije werd door hem verslagen bij Mohi (1241) en Hendrik van Neder-Silezië bij Liegnitz (1241). Reeds verschenen de Mongolen in de buurt van Weenen, toen de dood van den Grootkhan Ogotaï hen bewoog terug te trekken (1242). De verschillende Russische vorsten waren onderhoorig aan Kaptchak en moesten schatting opbrengen aan den khan, die zijn zetel had te Savaï.
Een poging van Daniël van Galicië om zich vrij te maken mislukte (1259). Omstreeks 1350 ging ’t aanzien van ’t rijk achteruit. Czaar Dmitri IV van Moskou versloeg de Mongolen bij Perejoslawl Ajäsanski (1378) en bij Kulihow (1380). Wel herstellen de Mongolen zich weer ten tijde van Timur Lenk maar in de eerste helft der 15e eeuw maken Kasan en de Krim zich onafhankelijk van Kaptchak. In 1487 wordt Kasan onderworpen door Czaar Iwan III en Kaptchak wordt in 1557 door Iwan IV onderworpen (zie RUSLAND). Litt.: (zie ook MONGOLEN), Hammer, Geschichte der Gold. Horde in Kaptchak (1840).