Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 03-01-2019

Gorgias

betekenis & definitie

Gorgias - 1) uit Leontini op Sicilië, beroemd redenaar, wijsgeer en sophist, + 480—380 v. C., de schepper van het Grieksche kunstproza. In 427 werd hij door zijne landslieden naar Athene afgevaardigd, waar hij, evenals in andere groote steden van Griekenland, door zijne sierlijke en kunstige redevoeringen, van welke nog een paar bestaan, de algemeene bewondering inoogstte. Bekend is zijn kennistheoretisch nihilisme; 1 er is geen Zijnde (in den strengen zin dgs woords), 2 al was er een Zijnde, dan zou het onkenbaar en ondenkbaar wezen, en 3 al was er ook een kennis, zoo zou deze niet mededeelbaar wezen; want de woorden zijn teekens, die geheel iets anders zijn, dan wat er door aangeduid wordt. — 2) Atheensch rhetor en leermeester aldaar van den jongen Cicero, vervaardigde een werk over zijne kunst in 4 boeken, waarvan Rutilius Lupus een verkorte Lat. vertaling heeft gemaakt.

< >