Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 03-01-2019

Giusti (giuseppe)

betekenis & definitie

Giusti (Giuseppe), een Ital. dichter (1809— 1860), een van de weinige belangrijke uit de periode tusschen 1830—1870, toen de Italiaansche litteratuur door de politiek beheerscht werd, en steeds meer tot doel had, de revolutie voor te bereiden, waaruit de eenheid van Italië moest voortkomen. Hij werd te Monsummano geboren. Na verscheiden instituten bezocht te hebben, ging hij in 1826 aan de universiteit van Pisa rechten studeeren, maar hij werkte er weinig. Na eenige jaren werd hij door zijn vader thuis geroepen; in 1836 ging hij er echter weer heen en promoveerde in zeer korten tijd.

Daarna vestigde hij zich te Florence als advocaat, maar hij hield zich in de eerste plaats met litteraire studiën en dichtkunst bezig, waarin hij het al vrij ver gebracht had. Daar zijn gezondheid in dien tijd slecht begon te worden, reisde hij in de volgende jaren veel. Ook nam hij deel aan het politieke leven en werd hij gekozen tot lid van de Academie de „Crusca”. Zijn gezondheid ging steeds meer achteruit en in 1850 stierf hij plotseling aan tuberculose in Florence. Hoewel Giusti ook goede lyrische gedichten heeft geschreven (Affetti di una Madre, Ad una Giovinetta, All’ Amica lontana, La Fiducia in Dio), is hij in de eerste plaats bekend als satirisch dichter. Zijn eerste voortbrengselen in dit genre zijn La Ghigliottina a Vapore, Proponimento a cambiar Vita (1833), die reeds het talent van den dichter toonen om met het rhythme en den toon van lichte poëzie een bijtenden stijl en een ernstige gedachte te vereenigen. Echter eerst na 1838—39 (Brindisi, Incoronazione, Vestizione) verschijnt Giusti ons in het volle bezit van zijn kunst. Na dien tijd zijn zijn humoristische en politieke gedichten snel op elkaar gevolgd en spoedig populair geworden.

Sommige hebben door hun actualiteit niet lang hun aantrekkelijkheid behouden, maar in andere worden algemeen menschelijke eigenschappen gehekeld, zooals in Girella (1840) en Gingillino. Van politieken aard zijn Lo Stivale (1836), waaruit blijkt, dat de dichter vurig de onafhankelijkheid en eenheid van Italië wenschte; Delenda Carthago (1846), Alli Spettri del 4 Settembre (1847), ll Papato di prete Pero (1845), Gli TJmanitari (1841). Eén van de mooiste is La Terra dei Marti (1841), dat Giusti geïnspireerd is door zijn beleedigd patriottisme. Heel belangrijk is ook Sant' Ambrogio (1846). De dichter vertelt daarin, dat hij eens in de kerk Sant’ Ambrogio te Milaan eenige Oostenrijksche soldaten zag, tegen wie zijn hart met bitterheid en haat vervuld werd, maar daarna kwam de gedachte in hem op, dat die mannen gedwongen waren in een vreemd land te leven, en zelf misschien ook den tyran verafschuwden en aan heimwee leden. De grootste aantrekkelijkheid van Giusti’s poëzie is de levendige, expressieve, populaire taal. Soms is hij echter in een onduidelijken, pretentieusen stijl vervallen, meer nog in zijn proza, dat voornamelijk uit brieven bestaat. Zie over hem: Vita di G. Giusti raccolta e pubblicata da Guido Biagi (Firenze 1902).

< >