Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gihon

betekenis & definitie

Gihon - 1) een van de 4 „paradijsrivieren”, Gen. 2,13; waarsch. dacht men in later tijd aan den Nijl: Koesj = Ethiopië; vgl. ook Jer. 2, 18 (de Grieksche vertaling heeft in pl. v. „Sihor”: „G.”). Maar de paradijsrivieren behooren bij de voorstelling van een godenberg in ’t N.; Gen. 2,10-14 is ingelascht in een verhaal, dat een andere voorstelling heeft, nl. die van een levensboom in ’t O. (Obbink). Zie PARADIJS. — 2) bron ten O. v. Jeruzalem, thans Mariabron. Hier is Salomo tot koning gezalfd, 1 Kon. 1, 33.

Later heeft Hizkia het water van den G. geleid naar de Davidstad, 2 Kron. 32, 30, hetgeen van groot belang was voor een eventueel beleg, daar Jeruzalem slechts die ééne bron had (vgl. vers 3 v. en Jes. 22, 9). Zie SILOAH-TUNNEL. Over den „kosmischen” naam dezer bron vgl. GEZER.

< >