Gietasphalt - vloer of plaveisel van een gegoten asphaltmengsel, dat bestaat uit grind en zand eenerzijds en asphaltmastiek anderzijds. Deze asphaltmastiek komt voor in z.g. brooden; dat zijn stukken tot een bepaalde afmeting gefabriceerd en voorzien van het fabrieksmerk, zooals b.v. Val de Travers, en dergelijke. De samenstelling dezer mastiekbrooden is verschillend, maar over het algemeen bevatten ze minstens 10% en hoogstens 20% zuivere bitumen. Bij gebruik van schrale mastiek wordt bij de bereiding soms ook nog wat goudron toegevoegd.
Verder bestaat de asphaltmastiek uit kalksteen, z.g. asphaltkalksteen. G. wordt aangebracht op een vaste onderlaag, die meestal van beton wordt gemaakt. Daartoe wordt de mastiek in groote ketels gesmolten en onder toevoeging van het grind en het zand of wel het grindzand onder een gelijkmatige temperatuur van 150° a 170° C. gehouden; daarna wordt het heete brijachtige mengsel met lepels op den ondervloer, die daartoe zuiver droog moet zijn, uitgespreid en met houten troffels gelijkmatig verdeeld en glad gestreken. Onder het vlakstrijken en aandrukken met de troffels zakken de grovere grindkorrels naar beneden en komt de fijnere asphalt aan de oppervlakte, die daardoor een mooi dicht en glad aanzien verkrijgt. Tegen een overmatig gladworden, alsmede tot verschraling der oppervlakte wordt er na de afwerking, maar vóór de algeheele afkoeling nog een laagje fijn zand overgestrooid.
G. wordt aangebracht ter dikte van 2 tot 5 c.M. De dunnere laag is dienstig voor perrons, trottoirs, vloeren in fabrieken, enz.; de dikkere deklagen gebruikt men voor straatplaveisel, hoewel het hiervoor in ons land nog geen ruime toepassing vond. In plaats van grind en zand heeft men ook g. bereid met steengruis van graniet of ander gesteente. Zoo kwam men tot het granito-asphalt en z.g. sheet-asphalt, dat in Amerika veel wordt gemaakt en dat ongeveer dezelfde samenstelling heeft, doch dat in meer dan één laag wordt aangebracht en met lichte stoom- of motorwalsen wordt vastgerold, voordat het afkoelt. Al deze soorten van g. worden warm op de fundeeringslaag gestort; als gemiddelde kan men voor de samenstelling aannemen: 15 gewichtsdeelen asphaltmastiek, en 1 deel goudron tegen 8 deelen grind en zand.