Ghassāniden - een uit Zuidelijk Arabië afkomstig vorstengeslacht, dat in de 6de eeuw in afhankelijkheid van het Byzantijnsche rijk in een deel van Syrië heerschte, bepaaldelijk in Djaulān (Gaulanites) en in de omstreken van Damaskus. De G. hingen het monophysitische Christendom aan. De opkomst dezer dynastie, die naar haar stamvader Djafna ook wel die der Djafniden wordt genoemd, ligt in het duister; de eerste vorst dezer dynastie, van wien iets meer bekend is, is Al-Hârith (bij de Byzantijnen Arethas) ibn Djabala (529-569). Justinianus verleende hem den titel van koning der Arabieren en patricius.
De heerschappij der G. ging in den kamp van den Islam tegen het Byzantijnsche rijk te niet. In 636 streed de laatste der G., Djabala ibn Aiham, aan de zijde der Byzantijnen tegen de Mohammedanen in den beslissenden slag bij den Jarmoek. Wat daarna uit hem geworden is, is onzeker. — Litt.: Nöldeke, Die Ghassanischen Fürsten aus dem Hause Gafna’s, Berlin 1887.