Gewone pad - Bufo vulgaris, een in ons land overal op vochtige plaatsen, in kelders, holen, ouder boomstammen, enz. voorkomende pad, die trouwens door geheel Europa, Midden-Azië en Japan gevonden wordt. Hier te lande bereikt zij eene lengte yan 12 c.M.; in zuidelijke landen 20 c.M. Een plomp dier, grijs- of zwartbruin met groen of roodachtig, vaak donker gevlekt; het geheele lichaam is met dikke wratten bedekt. Nachtdier, onbeholpen en langzaam in zijn bewegingen, springt niet; maar zeer vraatzuchtig, en omdat het voedsel uit allerlei insecten, slakken en wormen bestaat, zeer nuttig. Overwintert in gaten in den grond; legt in het vroege voorjaar zijne eieren in het water.
De G.p. kan verscheidene tientallen van jaren leven. De huid scheidt een witachtig stinkend slijm af, vooral in de streek achter het trommelvlies; hierdoor hebben roofdieren — behalve slangen — een afkeer van de G. p. Hieraan is het wellicht toe te schrijven, dat in den volksmond de G. p. een zeer ongunstige reputatie bezit, als zoude zij vergiftig zijn. Inderdaad is het dier, dat niet eens bijten kan, volkomen onschadelijk en verdient het, als uitnemend insecten- en slakkenverdelger, beschermd te worden.